Wit-blauw van België

Dit unieke ras is waarschijnlijk het beste vleesras ter wereld.

Het ras is ontstaan uit een kruising van de Shorthorn met een lokaal Zuid-Belgisch ras. Aanvankelijk was het een dubbeldoelras. Na 1950 werd er eenzijdig geselecteerd op bespiering, om te voldoen aan de vraag van de consument die een goed en mager stuk rundvlees wel kon appreciëren. Het stamboek van het Belgisch wit-blauw bestaat sinds 1973.

Bijzonder opvallend is de volle spierontwikkeling van het lichaam: je zou denken dat dit ras aan bodybuilding doet. Het dier heeft een gedrongen, sterk gespierd lichaam met korte poten. De kop is relatief klein ten opzichte van de rest van het lichaam, het heeft een harmonische bouw, afgeronde lijnen, diepe borst en brede rug, gespierde achterhand en is zwaargebouwd, met weinig dekvet. Ondanks de naam schuilen onder het wit-blauw ras drie kleurvariëteiten: volledig wit (47 %), witblauw tot blauw (43 %) en wit-zwart (10 %).

Vermits dit dier gehouden wordt voor het vlees, apprecieert men wel dat er weinig 'slachtafval' is. Bij het wit-blauw van België bedraagt het slachtpercentage minstens 70%, dit wil zeggen dat slechts 30% van het levend gewicht slachtafval is. De vleeskwaliteit is prima met een zeer hoog percentage eerste kwaliteit rundvlees. Het vlees van het wit-blauw is zeer fijn, mals en vetarm. Het vlees bevat goede vetzuren en slechts 12% vet. Ook voor het slachtafval bestaan nuttige toepassingen.

 

De dieren kalven voor de eerste keer als ze 32 maanden oud zijn. De dracht is vrij kort en duurt gemiddeld 282 dagen. In meer dan 80% van de gevallen komt het kalfje met een keizersnede ter wereld. Het bekken van de moederkoe is te smal en de schouders van het kalf zijn te breed om langs de natuurlijke weg ter wereld te komen.

 

De stierkalveren wegen bij de geboorte ongeveer 48 kg en de vrouwelijke kalveren 44 kg, waardoor keizersnede bij het wit-blauw ras vrij gebruikelijk is. Een jong dier kan tot 2 kg per dag groeien. De melkproductie bij dit ras is zo laag dat ze niet voldoende is om de eigen kalveren te voeden; iets wat trouwens ook het geval is bij de andere vleesrassen. Dat het gaat om imposante dieren bewijzen volgende cijfers: een stier van 1 jaar weegt 458 kg, een stier van 6 jaar weegt 1.240 kg en is 150 cm hoog.

Het Belgisch wit-blauw domineert de Vlaamse veestapel en ook de totale rundvleesproductie. Dat het vlees zo gewild is door de consument, geeft het ras een unieke positie in de rundvleesproductie.


(bron: www.plattelandswijzer.be)